NEN 8026 - Methodiek voor het waardegestuurd in stand houden van assets in de gebouwde omgeving
De nieuwe norm NEN 8026 biedt een methode voor het bepalen van de instandhoudingseisen van bestaande fysieke assets in de gebouwde omgeving. De methodiek richt zich op het gehele assetportfolio (vastgoedobjecten, civiele kunstwerken en infrastructuur) en op delen uit het portfolio. De norm kan worden toegepast door organisaties die verantwoordelijk zijn voor het beheren van assets in de gebouwde omgeving en door professionals hen daarin ondersteunen.
De NEN 8026
De NEN 8026 gaat over ‘Waardegestuurd in stand houden van assets in de gebouwde omgeving’.
Daarmee geeft het, vanuit vastgestelde waardeaspecten richting aan het opstellen van een waardekompas. Voorbeelden van toe te kennen waardeaspecten, die richtinggevend zijn voor de uit te werken instandhoudingseisen en -concepten en plannen voor instandhouding zijn:
- Techniek en functioneren: Compliance, Veiligheid, Gezondheid, Bruikbaarheid, Beschikbaarheid, Betrouwbaarheid, Onderhoudbaarheid, Toegankelijkheid.
- Kosten en baten: Economie, Financieel, Rendement, Marktwaarde, Toekomstwaarde, Gebruikswaarde, Belevingswaarde.
- Leefomgeving en maatschappij: Esthetica, Cultuurhistorisch, Leefbaarheid, Bereikbaarheid, Duurzaamheid, Circulair, Ecologisch, Energieverbruik, Klimaatadaptief, Inclusiviteit.
Eisen en concepten
Deze eisen en concepten kunnen variëren in tijd, per asset en per locatie en moeten door de organisatie zelf verder worden uitgewerkt. Deze worden mede bepaald in relatie tot de beleidsdoelen van de organisatie, de portfoliobesluiten (voor de korte en/ of lange termijn) en het beschikbare budget, zodat daarvoor gedifferentieerde instandhoudingsniveaus en -plannen nodig zijn.
Het opstellen van assetmanagementplannen
Om de norm goed en eenduidig toe te passen is een gemeenschappelijke terminologie vastgelegd. Hierbij staat de norm op zichzelf maar sluit deze op tactisch niveau aan op het strategisch assetmanagementplan (SAMP), volgens NEN-ISO 55000:2014, Assetmanagement – Overzicht, principes en terminologie. De norm geeft hiermee richting aan de wijze waarop concreet inhoud gegeven kan worden aan het opstellen van assetmanagementplannen (AMP-en) voor beheerobjecten en/ of assets die deel uitmaken van een assetverzameling of assetmanagementsysteem.
Voor een goede toepassing van de methodiek worden alle managementniveaus binnen de assetmanagementorganisatie (bestuurlijk, strategisch, tactisch en operationeel) aangegeven:
- Welke data en informatie minimaal nodig zijn op bestuurlijk, strategisch, tactisch en operationeel niveau.
- Welke rollen erbij betrokken zijn.
- Hoe de monitorings- en bijsturingscyclus (PDCA) is ingericht.
- Welke producten er nodig zijn.
Inzicht van cruciaal belang
Een belangrijk aspect om aan te kunnen tonen of er daadwerkelijk waarde wordt toegevoegd voor een organisatie en haar stakeholders met haar assets, is het hebben van inzicht van cruciaal belang. Daarom wordt per managementniveau aangegeven welke informatiebehoefte er is, die dus door het onderliggende managementniveau moet worden geleverd. De norm geeft handvatten om instandhoudingseisen en - concepten op te stellen maar geeft (nog) geen handvatten voor monitoren, evalueren en bijsturen. Wel wordt er ingegaan op het belang hiervan en dat bijsturen, op basis van het uitvoeren van assessment (door: observeren, verifiëren, valideren) en evaluaties, noodzakelijk is als onderdeel van het continue proces van instandhouding van assets in de tijd.
Voor verdere achtergrondinformatie over het tot stand komen van de norm of uitleg over de methodiek kunt u contact opnemen met Johan Smit, Principal Consultant bij Helix Advies. jsmit@helix.nl of via 06-83518892.
Johan is als rapporteur betrokken geweest bij het tot stand komen van deze norm in samenwerking met een mederapporteur en de normcommissie.