Uit de praktijk | Schade aan baksteen metselwerk als gevolg van verkeerde reiniging

Nieuws

26 nov 2020

Schade baksteen metstelwerk

Tijdens een vastgoedinspectie aan een schoolgebouw in Zuid-Holland treft onze vastgoedinspecteur een afwijkend stuk metselwerk aan. Het is gebouwd in 1976, waarbij de buitengevels vrijwel geheel zijn opgetrokken uit baksteen gevelmetselwerk, afgewerkt met cementgebonden voegwerk (platvol en geborsteld).

Het baksteen metselwerk van het afwijkende gedeelte heeft over een omvang van circa 4 m2 een duidelijk afwijkende kleurstelling (lichtbruin/oranje) t.o.v. het overige metselwerk (donkerbruin/rood). Ook is zichtbaar, dat de bakstenen in het afwijkende gedeelte beduidend ruwer zijn van structuur dan het overige metselwerk.

Bij nader onderzoek door onze inspecteur werd al snel duidelijk dat men het afwijkende metselwerkgedeelte in het recente verleden grondig heeft gereinigd. De afwijkende kleurstelling (lichtbruin/oranje) toont namelijk de binnenzijde van de baksteen. Zoals bekend, wordt tijdens het productieproces de gevormde en gedroogde klei gebakken tot een baksteen, waarbij de steen hierdoor rondom wordt voorzien van een korst ofwel de zichtbaar blijvende bakhuid.

Het baksteen metselwerk was door weersinvloeden dusdanig vervuild geraakt en plaatselijk door graffiti aangetast, dat men tijdens de gevelrenovatie heeft besloten, om het bestaande gevelmetselwerk te reinigen. Voorafgaande aan de totale reiniging is een proefvlak (circa 2m x 2m) opgezet.

Het reinigen van dit proefvlak heeft plaatsgevonden met behulp van een hogedrukreiniger (water). Toen dit omwille van de snelheid niet tot het gewenste resultaat leidde, heeft men hier een onbekend reinigingsmiddel aan toegevoegd. Vermoedelijk bevatte dit dun vloeibare reinigingsmiddel een loog of zuur.

Dit heeft geleid tot de vorming van zouten in de steen. Het hierdoor ontstane zouttransport in combinatie met de hogedrukreiniging heeft geresulteerd in aanzienlijke schade aan de bakstenen. De oude bakhuid van de stenen is volledig verdwenen.

Als gevolg hiervan zijn de bakstenen in het proefvlak brosser geworden, waardoor deze stenen bij regen of sneeuw sneller en aanzienlijk meer vocht opnemen. Hierdoor vervuilen de stenen nog sneller en zijn ze gevoeliger voor vorstschade.